Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Huwelijk

Uit Wikibooks
Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Bevolkingsopbouw
  3. Het huis
  4. In en rond het huis
  5. Inrichting van het huis
  6. Het gezin
  7. Gezinsleven
  8. Huwelijk
  9. Sociaal netwerk
  10. Sociale contacten
  11. Conflicten
  12. Huispersoneel en slaven
  13. Geboorte en opvoeding
  14. Ouderdom, ziekte en dood
  15. Schilderkunst, brieven en kronieken
  16. Kleding
  17. Religie, magie en kerk
  18. Stadsbestuur
  19. Bronnen en links

8. Huwelijk

Meisjes[bewerken]

Tegenover een klein meisje was men in de hogere standen nog wel toegefelijk. Vanaf haar derde mocht ze weliswaar niet meer in hetzelfde bed of in dezelfde slaapkamer slapen als de jongens en moest ze 's nachts (net als de jongens) een lang hemd aantrekken vanwege haar kuisheid, maar ze mocht nog door de buurt lopen en met andere kinderen spelen en met haar oom meegaan naar zijn huis, of met de brigata naar het huis van een van haar vriendinnetjes.

Na haar twaalfde was het met die vrijheid gedaan. Ze werd opgesloten en goed bewaakt door haar vader en broers totdat ze trouwde (tussen de 16 en 18 jaar oud). Het grote publiek vond dat heel normaal. Natuurlijk zag zij nog wel de bezoekers van het huis (verwanten, vrienden, buren, pachters, de notaris, barbier, priester, genodigden voor feesten enzovoort), maar dit was meestal een vluchtig soort bezoek.

Haar vader en broers zorgden ervoor dat ze bang voor hen was, want anders zou ze overal praatjes gaan maken en beuzelen. Ze mocht niet meer onder vier ogen met een vriendin praten. Ze moest huishoudelijk werk gaan doen, om te voorkomen dat ze bespottelijke dromen kreeg en zou gaan flirten. Ze mocht soms niet eens mee naar de preken in de kerk. Eigenlijk mocht ze ook niet meer voor de ramen gaan staan om naar buiten te kijken en te kletsen.

Bij de lagere standen was men wat rekkelijker. Daar waren de ouders er alleen alert op dat hun dochter niet met kinderen omging die niet tot het familiegeslacht behoorden of met 'verdachte' dienstmeisjes.

Flirten[bewerken]

Bartolomé Murillo, meisjes aan het raam, ~1670

Als een jong meisje van eenvoudiger milieu buiten haar huis kwam, dan begon ze soms te flirten met de jongens. Die jongens kende ze vaak al omdat het vroeger speelkameraadjes waren geweest, of omdat ze elkaar toevallig in een herberg waren tegengekomen. Een meisje uit de strenge burgerlijke milieus kwam niet in een herberg, daarvoor werd ze veel te streng bewaakt.

Een meisje uit het burgerlijke milieu kon andere jongens alleen maar vanuit het venster[1] zien. Op straat paradeerden de ijdeltuitjes heen en weer en lonkten naar boven naar de meisjes. Soms liet ze dan wel eens 'per ongeluk' haar halsdoekje naar beneden vallen of een bosje bloemen, of vruchten of noten. Soms knoopten ze een gesprek aan. Soms kwam de vrijer 's avonds een serenade of 's ochtends een aubade brengen. Vader en broers grepen niet in, ze vonden het prima, zolang er maar geen sprake was van enig lichamelijk contact. Zij moest maagd blijven.

Ze ging ook wel eens in de deuropening staan, dan kon ze praatjes maken met de voorbijgangers, hoewel de matrone[2] vaak op het bankje naast de deur zat. Op feestdagen mocht ze (zonder begeleiding) op haar paasbest gekleed en met sieraden omhangen in de deuropening gaan staan. Een enkele keer mocht ze onder begeleiding naar een feest waar ze met jongens in contact kon komen.

De jonge dame moest aan de man gebracht worden, daarom verboden de ouders het haar niet om in haar mooiste kleren en met juwelen omhangen voor de ramen en deuren te gaan staan. Integendeel, dat moedigden ze vaak zelfs aan. Als er jongemannen in haar geïnteresseerd waren, zagen de ouders die als een van de huwelijkskandidaten waar ze uit gingen kiezen.

De onderhandelingen[bewerken]

Het geflirt met leeftijdgenoten in de jonge jaren van de vrouw was maar vluchtig en leidde zelden tot een verbintenis. Uiteindelijk werd ze door haar familie uitgehuwelijkt aan een oudere man en negeerde men grotendeels haar wensen (net zoals die van de man werden genegeerd door zijn familie).

De ouders dachten jarenlang na over het huwelijk van hun dochter. Ze schakelden soms beroepskoppelaars in. Als een dochter uitgehuwelijkt zou worden, werden eerst de verwanten van beide zijden geraadpleegd en dat konden er heel veel zijn (tot en met de achterneven toe). Dat was geen formaliteit, zeker niet voor de notabelen. Al die verwanten konden allemaal hun goed- of afkeuring geven.

Jongens uit rijke gezinnen trouwden niet graag want dat kostte teveel geld en leverde teveel moeilijkheden op. Deze jongens werden vaak overgehaald met argumenten, beloningen en leugentjes. Als een meisjes echter niet wilde trouwen, kreeg ze een hoop verwijten en pesterijen over zich heen. Zo werd haar bijvoorbeeld haar eigen kamertje weer afgenomen of het slot werd van de deur afgehaald of ze werd tot keukensloof gedegradeerd. Zij werd tot een huwelijk gedwongen want de familie wilde een gunstige huwelijksverbintenis met een voorname schoonzoon. En als het meisje toegaf aan die dwang om te trouwen, dan moest de familie daarna nog bepalen met wie.

De ouders zagen graag dat de kandidaat uit een goed maatschappelijk milieu kwam en dat hun dochter op de maatschappelijke ladder zou stijgen. Als bijvoorbeeld een boer zijn dochter uit kon huwelijken aan een ambachtsman, dan ging zijn dochter (en hijzelf) erop vooruit. Wat was het beroep van de eventuele schoonzoon? Ging zijn geslacht akkoord met het huwelijk? Zou het paar in een mooi huis gaan wonen? Was dat huis dichtbij? In de hogere klassen keek men ook naar de politieke voorkeur van de eventuele schoonzoon en zijn geslacht. Hoe groot moest de bruidschat zijn die hun dochter mee moest nemen? En tot slot: stemde hun dochter ermee in?

De ouders van de jongen hadden ook hun problemen. Kwam het meisje uit een goede familie? Zou ze een grote bruidschat meenemen? Had haar familie daar het geld voor? Het meisje kon wel heel jong en heel mooi zijn, maar had ze geen verborgen gebreken? Zoals lichtzinnigheid of spilzucht?

Er werd vaak lang tussen de families onderhandeld, ook over de hoogte van de bruidschat en daar werden wel eens beroepsonderhandelaars bij ingeschakeld.

Huwelijk[bewerken]

De man met wie het meisje uiteindelijk ging trouwen was meestal tegen de dertig terwijl zij tussen de 16 en 18 was.

  • In 1350 begon men in Siena al aan het uithuwelijken van de dochter te denken als ze 12 was en in 1450 als ze 14 was.
  • In 1370 in Prato en Florence was ze bij haar huwelijk gemiddeld 16 en in 1427 was ze 16 1/2 .
  • Maar in 1470 waren de jonge bruiden in Prato en Florence vaak boven de 20 en soms zelfs boven de 21.

De plechtigheden[bewerken]

Huwelijksplechtigheid, 1470

Het huwelijk zelf ging in 3 fasen. Soms zaten er een paar dagen of weken tussen deze fases maar soms ook maanden en zelfs wel eens jaren.

Verloving[bewerken]

Beide partijen bezegelden officieel de verplichting die ze jegens elkaar waren aangegaan. De man beloofde onder ede met de vrouw te zullen trouwen.

Trouwen[bewerken]

De man en de vrouw gaven elkaar ringen als bewijs van hun instemming met het huwelijk. Deze plechtigheid vond plaats in een klein gezelschap ten overstaan van een notaris. Er was geen priester bij aanwezig. De man had ongeveer vier zeer naaste verwanten als getuige. De notaris vroeg dan aan de bruid en bruidegom: "wilt u.." en ze antwoordden dan met: "ja, meneer". Net als de bruidegom zijn jawoord gaf, sloeg een van de mannen in het gezelschap hem soms op zijn rug om te laten zien dat het manvolk jaloers op hem was. De bruidegom schoof een gouden of verguld zilveren ring over de ringvinger van de rechterhand van zijn verloofde en hij deed bij zichzelf een ring om zijn eigen ringvinger. Soms gaven man en vrouw elkaar de ringen.[3] De pater familias (of, als die dood was zijn zoon) stond vervolgens officieel het gezag over zijn dochter af aan de echtgenoot. Na deze plechtigheid doken de verwanten op. Op de dag van het huwelijk of de dag erna brachten de (tot 25) vrouwelijke verwanten van de echtgenoot de bruid ringen die ze zelf ook hadden gekregen bij hun eigen huwelijk. Daarmee was de opname van de bruid in de familie van haar man bezegeld.

Samenwonen[bewerken]

De vrouw trok in bij haar man. Dat kon soms maanden of jaren uitgesteld worden als er geen geld was voor een nieuw huis of als de ouders van het meisje de afgesproken bruidschat niet konden opbrengen. De familie van het meisje zat dan opgescheept met een jonge maagd in huis. Was dit echter in orde, dan werd de vrouw in een optocht bestaande uit veel verwanten en genodigden en onder grote publieke belangstelling van haar ouderlijke huis naar haar nieuwe huis gebracht. Als de stoet voorbij trok, maakten jongeren herrie, ze schreeuwden en riepen schuine moppen. Op het einde van de tocht strooide de bruid muntstukken of wijn uit over het publiek. Tot slot werden bruid en bruidegom door de familie en de dienstbodes naakt in hun nieuwe bed gelegd. Omdat een meisje uit de betere kringen geen enkele seksuele voorlichting had gekregen, is het niet ondenkbaar dat haar huwelijksnacht een traumatische ervaring voor haar was.

Later kwam er nog een groot feest. De leden van de families tot in de derde graad werden uitgenodigd (oudooms, volle neven van de ouders, achterneven van het echtpaar). En natuurlijk de vrienden in grote getale. Soms kwamen er honderden mensen feest vieren. Verwanten en vrienden van de bruidegom leverden een bijdrage aan het feestmaal en verwanten en vrienden van beide zijden stuurden geschenken aan de bruid. En dat moest te zijner tijd natuurlijk allemaal weer goedgemaakt worden. Dit soort feesten was zeer uitbundig met veel pracht en praal.

Giovanni Rucellai gaf een bruiloftsfeest waarbij er een week lang elke dag 500 gasten kwamen en er 50 koks doorlopend aan het koken waren. Natuurlijk waren er de meest kostbare versieringen en droeg men kostbare kleding en sieraden en was men mooi opgemaakt. In eenvoudigere milieus deed men het uiteraard eenvoudiger, men strooide bijvoorbeeld bloemen en blaadjes op de grond.

Getrouwd[bewerken]

Als de jonge vrouw eenmaal getrouwd was, kreeg ze verantwoordelijkheden in het huishouden. Maar in hoeverre ze contact mocht hebben met de buitenwereld hing van haar man af. Sommige van die mannen verboden hun vrouw om naar bruiloften en feesten te gaan. Ze mocht zelfs niet naar de kerk, mocht nooit het huis uit en mocht niet eens meer voor het raam gaan staan om naar buiten te kijken. Als de man zo was, kon de vrouw daar niets tegen ondernemen. Maar dit soort type mannen schijnt zeldzaam te zijn geweest.

In de praktijk was het echter ook heel moeilijk om de vrouw constant op te sluiten in het huis, want daar zaten ramen en deuren in.

  • Via de ramen konden de vrouwen met elkaar praten. Ze deden dan net alsof ze in de vensterbank met een handwerkje bezig waren als manlief keek.
  • In de deuropening staande, kon ze praatjes maken met voorbijgangers. Hoewel de matrone vaak op het bankje naast de deur zat. Op feestdagen mocht ze (zonder begeleiding) op haar paasbest gekleed en met sieraden omhangen in de deuropening staan.[4]
  • De vrouw moest natuurlijk elke dag naar de kerk om aan haar religieuze verplichtingen te voldoen. En daar troffen de vrouwen elkaar en knoopten ze gesprekken met elkaar aan.
  • En ze moest natuurlijk af en toe boodschappen gaan doen en in de winkels troffen de vrouwen elkaar. Of ze moesten naar de marskramer voor het huis of naar de gemeenschappelijke waterput, of naar de markt, of de molen. Welgestelde vrouwen misten deze excuses om een praatje te houden met andere vrouwen want zij lieten de boodschappen door hun dienstmeisje doen. Zij ontmoetten andere vrouwen voornamelijk in de kerk.

Dus de burgerlijke vrouwen kwamen nog wel geregeld op straat. Armere vrouwen zelfs nog veel vaker want die hadden vaak een beroep buitenshuis.

Overspel[bewerken]

In het huwelijk was men niet altijd gelukkig en ook niet altijd trouw. De vrouw ontsnapte wel eens op discrete wijze aan haar verplichtingen in een geheime liefde. De vertellers spraken daar heel veel over maar de vrouwen zelf zo min mogelijk. De man had binnenshuis zijn avontuurtjes met de dienstertjes en de slavinnen. Uit de familiekronieken blijkt dat daar heel veel bastaards uit zijn voortgekomen. De dienstertjes werden ook geregeld verkracht door hun meester, zelfs als deze al stokoud was.

Verder waren er dochters in huis van broers of ooms van de man en soms sliep men in dezelfde kamer en kon het tot incest komen, blijkt uit processtukken. Waarschijnlijk kwam dat vaker voor dan uit de gevoerde processen blijkt.

Maar de meeste mannen hadden hun avontuurtjes buitenshuis. In alle steden en dorpen waren er veel prostituées. In Venetië waren er meer dan 11.000 in de zestiende eeuw. Maar ook in Rome, Napels en Florence waren er heel veel. Sommigen van hen waren op het einde van de vijftiende eeuw zelfs rijk en hadden aanzien.

Veel vrouwen zagen wel dat hun man er naast hun huwelijk ook nog een privéwereld op na hield en dat hij vreemd ging. Dat wilden ze voor zichzelf ook. Er konden gevoelens ontluiken voor een man, ze gaven elkaar cadeautjes, dienaressen van mevrouw pendelden heen en weer als postillon d'amour (liefdesboodschapper) er werden afspraakjes gemaakt in huis, in de tuin of in het badhuis, men vertelde leugentjes tegen de jaloerse echtgenoot en dan gaven ze zich aan elkaar.

Er waren wel eens intriges die leidden tot bigamie of partnerruil, zo blijkt uit de wetgeving die de stadsbesturen tegen tegen deze vergrijpen uitvaardigden, in Venetië in 1288, in Genua in de dertiende eeuw en in Bologna in 1498. Hoe een en ander precies in zijn werk ging is onbekend.

Uit processen blijkt dat het sprookje van de verboden liefde soms veranderde in een nachtmerrie als de minnaars de jaloerse echtgenoot vermoordden.

Noten[bewerken]

  1. Op de eerste etage.
  2. Een oudere, strenge vrouw, meestal van vaderszijde.
  3. Ridders en doktoren in Bologna hadden recht op twee ringen en vorsten zelfs op drie.
  4. Mogelijk wilde de man toch wel af en toe laten zien wat voor een prachtvrouw hij 'had'.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.