Onderwijsprofessional/Begrip/Lumpsum

Uit Wikibooks
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
w:Lumpsum

Lumpsum duidt als het als 1 woord wordt geschreven op de financiering van scholen door de Nederlandse overheid. In Vlaanderen spreekt men van enveloppenfinanciering of het honorariumsysteem voor medisch specialisten en andere beroepsgroepen binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Wanneer het als twee woorden wordt geschreven (lump sum) of met een koppelteken (lump-sum) betekent het een bedrag ineens voor een pakket producten, ook wel partijprijs genoemd. Lump-sum belasting betekent dat de overheid een belasting heft die voor iedereen even hoog is.

De Nederlands en Vlaamse overheid wil aan scholen vrijheid geven in de besteding van de overheidsfinanciering. In 1986 voerde de Vlaamse overheid daartoe een subsidieregeling voor de hogescholen in[1]. De hogeschool kon geheel zelfstandig beslissen over de aanwending van de middelen. In Nederland werd deze wijze van financiering op een bredere schaal ingevoerd. In 1995 werd de lumpsumfinanciering ingevoerd in het voortgezet onderwijs[2]. In 2006 werd de lumpsumfinanciering ingevoerd in het basisonderwijs[3]. Uitgangspunt is deregulering en autonomievergroting van het onderwijs. Het onderwijs heeft meer vrijheid om zelf keuzes te maken wat betreft de inrichting van het onderwijs en de rol die het inneemt in de eigen maatschappelijke omgeving[4]. Men veronderstelt dat daarmee het onderwijs beter matched met de eigenheid van de school en de plaats waar de school is gevestigd.

De lumpsumfinanciering houdt in dat de besturen van scholen een vergoeding krijgen op grond van het aantal ingeschreven leerling op 1 oktober in euro's in plaats van formatierekeneenheden. Omdat scholen verschillen in de leeftijdsopbouw van het personeel wordt hiervoor gecorrigeerd. Dit bedrag wordt ineens (vergelijk andere betekenis lump sum) uitgekeerd aan het bovenschoolsbestuur zodat deze kan bepalen waaraan zij dit budget gaan besteden. De specifieke toebedeling die voorheen bestond (namelijk gericht op personeel versus materieel en toegewezen aan een afzonderlijke school) werd daarmee losgelaten. Deze vrijheid ging gepaard met zwaardere eisen wat betreft 'governance' of 'goed bestuur'[5], met name wat betreft openheid en informatievoorziening.

Een lump-sum belasting[6] is een heffing met een vast bedrag, ongeacht wie de belastingplichtige is of in welke situatie de belasting verschuldigd is. De belastingbetaler kan de hoogte van de belasting dus niet beïnvloeden door zijn gedrag. Een vergelijkbare definitie kan men hanteren voor een lump-sum subsidie of een lump-sum betaling. Daarmee onderscheidt zich de lump-sum belasting van bijvoorbeeld de inkomensafhankelijke, vermogensafhankelijke, investeringsafhankelijke of gebruiksafhankelijke belastingvormen. Een lump-sum belasting is regressief. Dat wil zeggen dat hoe lager je inkomen is, des te hoger wordt je relatief gezien belast. Een voorbeeld is de hondenbelasting.

Personen

Organisaties

Begrippen

Referenties

  1. Decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap (1986). TITEL IV. - Financiering en beheer van de hogescholen, Art. 190bis. .
  2. Wetboek (1995). Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs (regeling lump sum en decentralisatie rechtspositieregeling v.w.o.-a.v.o.-v.b.o.) .
  3. Bé Keizer (2004). Lumpsum primair onderwijs: het waarom en de gevolgen van de invoering . Kluwer. ISBN: 9013018661.
  4. Karsten, S.,Meijer, J.,Vermeulen, A.C.A.M. (1997). Onderwijskundige gevolgen van de lump sum bekostiging in het mbo . Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
  5. A.J.M. van der Kroon (2006). De schoolleider en lumpsum . Kluwer. ISBN: 9013038778.
  6. J. de V. Graaf (1987, 2008). Lump sum taxes . The New Palgrave: A Dictionary of Economics, v. 3. 251-252.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.