Naar inhoud springen

Gedichten uit de wereldliteratuur/Quel color che viltà di fuor mi pinse

Uit Wikibooks
Gedichten uit de wereldliteratuur
Schilderij door Domenico di Michelino. Portret van Dante Alighieri, de stad Florence en de allegorie van de Goddelijke Komedie (1465)
Fragment uit Dantes 'Inferno' Canto IX (De Hel, Zang IX)

met een vertaling van Jules Grandgagnage[1]

Inhoud: De dichter Vergilius is Dantes gids door de negen kringen van de hel. Opeens ziet Dante drie furiën, wezens die half vrouw, half slang zijn. Ze gillen en lachen als ze Dante opmerken en roepen Medusa om te komen en hem in steen te veranderen.


Dantes tekst

[bewerken]

Quel color che viltà di fuor mi pinse
veggendo il duca mio tornare in volta,
più tosto dentro il suo novo ristrinse.

Attento si fermò com’ uom ch’ascolta;
ché l’occhio nol potea menare a lunga
per l’aere nero e per la nebbia folta.

«Pur a noi converrà vincer la punga»,
cominciò el, «se non . . . Tal ne s’offerse.
Oh quanto tarda a me ch’altri qui giunga!».

I’ vidi ben sì com’ ei ricoperse
lo cominciar con l’altro che poi venne,
che fur parole a le prime diverse;

ma nondimen paura il suo dir dienne,
perch’ io traeva la parola tronca
forse a peggior sentenzia che non tenne.

«In questo fondo de la trista conca
discende mai alcun del primo grado,
che sol per pena ha la speranza cionca?».

Questa question fec’ io; e quei «Di rado
incontra», mi rispuose, «che di noi
faccia il cammino alcun per qual io vado.

Ver è ch’altra fïata qua giù fui,
congiurato da quella Eritón cruda
che richiamava l’ombre a’ corpi sui.

Di poco era di me la carne nuda,
ch’ella mi fece intrar dentr’ a quel muro,
per trarne un spirto del cerchio di Giuda.

Quell’ è ’l più basso loco e ’l più oscuro,
e ’l più lontan dal ciel che tutto gira:
ben so ’l cammin; però ti fa sicuro.

Questa palude che ’l gran puzzo spira
cigne dintorno la città dolente,
u’ non potemo intrare omai sanz’ ira».

E altro disse, ma non l’ho a mente;
però che l’occhio m’avea tutto tratto
ver’ l’alta torre a la cima rovente,

dove in un punto furon dritte ratto
tre furïe infernal di sangue tinte,
che membra feminine avieno e atto,

e con idre verdissime eran cinte;
serpentelli e ceraste avien per crine,
onde le fiere tempie erano avvinte.

E quei, che ben conobbe le meschine
de la regina de l’etterno pianto,
«Guarda», mi disse, «le feroci Erine.

Quest’ è Megera dal sinistro canto;
quella che piange dal destro è Aletto;
Tesifón è nel mezzo»; e tacque a tanto.

Con l’unghie si fendea ciascuna il petto;
battiensi a palme e gridavan sì alto,
ch’i’ mi strinsi al poeta per sospetto.

«Vegna Medusa: sì ’l farem di smalto»,
dicevan tutte riguardando in giuso;
«mal non vengiammo in Tesëo l’assalto».

Vertaling

[bewerken]

De kleur die vrees mij verfde op het gelaat
toen 'k mijn gids teruggedreven zag,
drong sneller ook zijn eigen bleekheid terug.

Hij stond stil, aandachtig luisterend,
omdat zijn blik niet meer zo ver kon reizen
doorheen de zwarte lucht en dichte mist.

"Deze strijd moeten wij winnen," begon hij,
"tenzij... Maar iemand groot had hulp aangeboden.
Wat duurt het lang voordat die andere komt!"

Ik merkte wel hoe hij zijn eerste woorden
had bedekt met woorden die ze volgden—
zo anders dan wat hij eerder had gezegd;

Niettemin maakte zijn rede me bang,
omdat ik in zijn afgebroken woorden
een dwalende betekenis kon leggen.

"Is er iemand uit de eerste sfeer,
wiens enige straf verlamde hoop is,
ooit in deze trieste holte afgedaald?"

Dat was mijn vraag. En hij antwoordde aldus:
"Het is vrij zeldzaam dat er een van ons
de weg aflegt die ik heb genomen.

Maar de waarheid is: ik was hier eerder,
gedwongen door die wilde heks Erichtho,
die schimmen terug kan roepen naar hun lichaam.

Mijn omhulsel was nauwelijks ontbloot
toen ik hier van haar moest binnengaan
om een ​​geest uit Judas' kring te halen.

Dat is de diepste en donkerste plaats, het verst
verwijderd van de hemel die alles omgordt:
wees dus gerust, het pad is mij vertrouwd.

Deze poel die grote stank uitademt
omringt de stad der treurenden, die wij
zonder strijd niet meer kunnen betreden."

Hij zei nog meer, dat uit mijn geest verdween
omdat mijn ogen me naar die hoge toren
met de gloeiende top hadden geleid

waar, op één enkel punt, plotseling
drie helse furiën stonden, bevlekt met bloed,
met leden en manieren als van vrouwen,

maar die zich omgordden met hydra's van 't diepste groen;
en slangenbroedsel en hoornadders als lokken,
die kronkelend om hun woeste slapen hingen.

En hij, die deze dienaressen der Koningin
van de eeuwige tranen goed kende,
zei: "Hoed je voor deze woeste wraakgodinnen!

Megera staat aan de linkerkant, en zij
die huilt aan de rechterkant, is Allecto;
Tisiphone is ertussen." Hij werd stil.

Elke furie scheurde haar borst met klauwen;
elk sloeg zichzelf hard en huilde
zo luid dat ik bevreesd de dichter vastgreep.

‘Medusa komt? Ja, die verstenen we!’
schreeuwden zij allen, naar beneden kijkend;
‘Wee ons zo wij Theseus' aanval niet wreken.’

Bron

[bewerken]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.