- 1.
- 0.350 mol propaanzuur (
) en 0.250 mol propionaat ( ) worden opgelost in 2.500 liter water. Bereken de pH van deze oplossing.
- Antwoord
- 2.
- In 0.250 liter water worden 0.020 mol fenol (
) en 0.050 mol fenolaat ( ) opgelost. Bereken de pH van deze buffer.
- Antwoord
- 3.
- In 10.00 liter water worden 2.00 mol mierenzuur (
) en 1.00 mol formiaat[1] ( ) opgelost. Bereken de pH.
- Antwoord
- 4.
- Voor het uitvoeren van experimenten met amylase, een enzym in speeksel, wordt een fosfaatbuffer gemaakt door 0.250 mol waterstoffosfaat (
) en 0.100 mol diwaterstoffosfaat ( ) op te lossen in 400 mL water. Bereken de pH van deze buffer.
- Antwoord
- 5.
- In het zelfde experiment met de amylase als in opgave 4 wordt ook een andere fosfaatbuffer gemaakt door 0.150 mol fosfaat (
) en 0.050 mol waterstoffosfaat ( ) op te lossen in 500 mL water. Wat is de pH van deze buffer?
- Antwoord
|