Latijn/Les 4

Uit Wikibooks
Latijn Les 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 Het schrift · Uitspraak · Naamwoorden · Werkwoorden Woordenlijst

Consonant-declinatie; genitivus; E-conjugatie[bewerken]

Deze les introduceert de Consonant-declinatie, de genitivus en de E-conjugatie

De zinnen:

1. Servus Marci ancillam Tertiae videt. De slaaf van Marcus ziet de slavin van Tertia.
2. Milites Caesaris Rubiconem transeunt. De soldaten van Caesar steken de Rubicon over.
3. Hannibal cum elephantis montes transit et in Italiam invadit. Hannibal trekt met olifanten de bergen over en valt Italië binnen.
4. Dominus ancillas ab mangone emit. De meester koopt slavinnen van de slavenhandelaar.
5. Uxor domini ancillas vituperat. De echtgenote van de meester vermaant de slavinnen.
6. Quintus Marcusque vinum emunt. Quintus en Marcus kopen wijn.
7. Infantes domini cum infantibus vicinorum in via ludunt. De kinderen van de meester spelen op straat met de kinderen van de buren.
8. Furem video, ergo custodes moneo. Ik zie een dief en dus waarschuw ik de wacht.
9. Hannibal filius Hamilcaris est. Hannibal is de zoon van Hamilcar.
10. Flores florent. De bloemen bloeien.

Genitivus[bewerken]

De volgende naamval die we behandelen is de genitivus (gen.). Net als de ablativus heeft de genitivus meerdere functies. Een eenvoudige maar zeer belangrijke functie is het aangeven van een bezitsverhouding, de genitivus possessivus.

filius agricolae = de zoon van de boer
cum infantibus vicinorum = met de kinderen van de buren
muri Romae = de muren van Rome
ruditus asinorum = het gebalk van de ezels
risus ancillarum = het gelach van de slavinnen

De genitivus wordt gewoonlijk achter het woord of de uitdrukking geschreven waar het bij hoort. De genitivus in de A- en O-declinatie samen met de vormen die we al kennen:

rosa (f)
sing. plur.
nom. rosa rosae
gen. rosae rosarum
acc. rosam rosas
abl. rosa rosis
servus (m)
sing. plur.
servus servi
servi servorum
servum servos
servo servis
templum (n)
sing. plur.
templum templa
templi templorum
templum templa
templo templis

In de O-declinatie is de genitivus gelijk voor zowel de mannelijke als de onzijdige woorden. In de A-declinatie is de genitivus enkelvoud gelijk aan de nominativus meervoud; hier zal de context weer de doorslag moeten geven.

Let op: verwar van niet met vanaf:

1. Ancillam ab mangone emo. = ik koop een slavin van de slavenhandelaar.
2. Ancillam mangonis emo. = ik koop de slavin van de slavenhandelaar.

In de eerste zin wordt met van niet een bezit aangeduid maar een oorsprong of waarvandaan en daarvoor gebruikt het Latijn de ablativus, wat nog eens extra benadrukt wordt door het gebruik van ab. In de tweede zin wordt echter benadrukt dat ik de slavin van de slavenhandelaar koop, de slavin die het eigendom is van de slavenhandelaar. Het gebruik van een slavin en de slavin maakt het verschil in de vertaling enigszins duidelijk.

Consonant-declinatie[bewerken]

De consonant-declinatie omvat een zeer grote groep zelfstandige naamwoorden waarvan de stam eindigt op een medeklinker. Dat heeft grote gevolgen voor de nominativus enkelvoud die door allerlei klankwetten nogal onherkenbaar vervormd kan worden. Bijvoorbeeld rex koning, waarvan de stam reg- luidt; of tempus (tijd) met de stam tempor-. Het is daarom noodzakelijk om behalve de nominativus enkelvoud nog minstens één andere vorm te leren. Traditioneel is dat de genitivus enkelvoud en in woordenboeken wordt van een zelfstandig naamwoord ook altijd de uitgang van de genitivus enkelvoud erbij vermeld.

De consonant-declinatie kent twee verschillende verbuigingen: één voor mannelijke en vrouwelijke woorden en één voor de neutra.

rex, regis (m)
sing. plur.
nom. rex reges
gen. regis regum
acc. regem reges
abl. rege regibus
tempus, temporis (n)
sing. plur.
tempus tempora
temporis temporum
tempus tempora
tempore temporibus

Hier zien we weer dat de nominativus en de accusativus van de neutra gelijk zijn aan elkaar.

In de vorige lessen zijn we al een paar woorden uit de consonant-declinatie tegengekomen:

gladiator, gladiatoris (m) gladiator
tridens, tridentis (m) tridens

E-conjugatie[bewerken]

De E-conjugatie omvat de werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -e (in tegenstelling tot de consonant-conjugatie, waarbij in de infinitiefvorm alleen een sjwa na de stam is ingevoegd). Omdat de infinitivus in geschreven vorm niet te onderscheiden is van een werkwoord uit de consonant-conjugatie, moeten woordenlijsten en woordenboeken aangeven tot welke conjugatie een werkwoord behoort. In deze lessen doen we dat door (A), (C), (E) en (voor de conjugaties die we nog gaan leren) (I) en (G). In woordenboeken wordt vaak de standaard nummering van de conjugaties gebruikt: I voor (A), II voor (E), III voor (C) en IV voor (I). De gemengde conjugatie wordt op verschillende manieren aangeduid.

De vormen van de E-conjugatie:

videre zien
1. s. video (ik) zie
2. s. vides (jij) ziet
3. s. videt (hij/zij/het) ziet
1. p. videmus (wij) zien
2. p. videtis (jullie) zien
3. p. vident (zij) zien

Het is de meest eenvoudige vervoeging: Haal -re van de infinitivus af en plaats er de bekende uitgangen achter; er zijn geen samentrekkingen of tussengevoegde klinkers.

et, -que[bewerken]

We zijn al een paar keer het voegwoordje et tegengekomen. et kan gebruikt worden om zowel woorden als hele zinnen met elkaar te verbinden:

ancillae et servi = slavinnen en slaven
asinus et equus = een ezel en een paard
dominus templum intrat et orat. = De meester gaat de tempel binnen en bidt.
femina in foro ambulat et amphoram emit = Een vrouw loopt over het forum en koopt een amfora.

Er zijn verschillende alternatieven voor et. Een van de meest voorkomende is -que. -que is een zogenaamd encliticum wat betekent dat het vast aan het tweede woordje wordt geschreven:

Quintus Marcusque = Quintus en Marcus
ancillae servique = slavinnen en slaven
asinus equusque = een ezel en een paard
dei deaeque = goden en godinnen

Het wordt niet vaak gebruikt om zinnen met elkaar te verbinden.

Woordenlijst[bewerken]

Vanaf nu zullen we van alle zelfstandige naamwoorden ook de uitgang van de genitivus geven. Ook van de declinaties die we nog niet gehad hebben (de U- en de E-declinatie) geven we de genitivus uitgang erbij (-us en -i). Sommige substantiva kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en worden aangeduid met (m/f). Substantiva die in het meervoud een afwijkende of andere betekenis hebben (een zogenaamd plurale tantum) worden in de woordenlijsten in het meervoud opgenomen, waarbij natuurlijk ook de genitivus in het meervoud gegeven wordt. Zie bijvoorbeeld vici, -orum.

audit (hij/zij/het) hoort
audiunt (zij)horen
Caesar, Caesaris (m) Caesar, keizer
cera, -ae (f) wastafeltje (om op te schrijven; het bestond uit een plankje met een klein laagje was waarin met een stilus letters gekrast konden worden. Door de was glad te strijken kon het opnieuw gebruikt worden)
clamor, clamoris (m) lawaai, geschreeuw
cogitare (A) denken, nadenken, overdenken
currere (C) rennen
custos, custodis (m) wachter, bewaker (alleen overdag)
dea, -ae (f) godin
desinere (C) stoppen met; desinere A[inf] : stoppen met A
deus, -i (m) god
discipulus, -i (m) leerling
docere (E) onderwijzen; A[acc] B[acc] docere : B aan A onderwijzen
duo twee
elephantus, -i (m) olifant
emere (C) kopen; A[acc] ab B[abl] emere : A van B kopen
equus, -i paard
ergo dus, daarom
filius, -i (m) zoon
florere (E) bloeien
flos, floris (m) bloem
fur, furis (m) dief
gladium stringere (C) het zwaard trekken
Graecum, -i (m) Het Grieks
Hamilcar, Hamilcaris (m) Hamilcar (Barkas), Carthaags veldheer en vader van Hannibal
Hannibal, Hannibalis (m) Hannibal (Barkas), Carthaags veldheer
homo, hominis (m) mens, man
igitur dus, daarom
infans, infantis (m/f) kind (tot 7 jaar)
inscribere (C) schrijven op/in; A[acc] in B[abl] inscribere : A op/in B schrijven
invadere (C) binnenvallen
Italia, -ae (f) Italië
littera, -ae (f) letter
litterae, -arum (f) brief
magister, -tri (m) onderwijzer, leraar (woord uit de O-declinatie, zie volgende les)
mango, mangonis (m) slavenhandelaar
miles, militis (m) soldaat
monere, (E) waarschuwen
mons, montis (m) berg
murus, -i (m) muur
noctescere (C) nacht worden
nox, noctis (f) nacht
olere (E) rieken, stinken
origo, originis (f) oorsprong, afkomst
pecunia, -ae (f) geld, vermogen
procul in de verte
rex, regis (m) koning
risus, -us (m) gelach
Rubico, Rubiconis (m) Rubico, een rivier in Italië
ruditus, -us (m) gebalk
sed maar
stilus, -i (m) schrijfstift (zie cera)
tempus, temporis (n) tijd
transeunt (zij) steken over
uxor, uxoris (f) echtgenote
vicinus, -i (m) buurman
vicini,-orum (m) buren
vigil, vigilis (m) nachtwacht, nachtwaker
vituperare (A) vermanen

Oefeningen[bewerken]

  • Vertaal naar het Nederlands:
  1. Magister discipulos Graecum docet.
  2. Litteram in cera cum stilo inscribunt.
  3. Infantes in aqua ludunt.
  4. Cogito, ergo sum.
  5. Pecunia non olet.


  • Conjugeer de volgende werkwoorden en vertaal de vormen:
  1. vituperare
  2. inscribere
  3. monere
  4. invadere
  5. docere


  • Een nacht in Rome.
Noctescit et Tertius in via ambulat. Tertius vigil est. Nunc clamorem procul audit, ergo ad originem clamoris currit. Duo homines pugnant, sed Tertium non vident. Tertius igitur gladium stringit et pugnatores monet. Nunc pugnatores Tertium cum gladio vident et desinunt pugnare.


  • Declineer de volgende woorden.
Voorbeeld: mons
sing. plur.
nom. mons montes
gen. montis montum
acc. montem montes
abl. monte montibus
  1. mango
  2. cera
  3. infans
  4. uxor
  5. stilus
  6. fur
  7. equus
  8. aqua
  9. nox
  10. custos
  11. gladiator


  • Benoem de vorm (of vormen als er meer mogelijk zijn) van de volgende woorden.
Voorbeelden:
noctem → accusativus enkelvoud van nox
noctescit → 3e persoon enkelvoud van noctescere
  1. vigilum
  2. ululas
  3. stilibus
  4. olent
  5. milites
  6. videtis
  7. uxores
  8. puellis
  9. bellis
  10. aramus


Latijn Les 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 Het schrift · Uitspraak · Naamwoorden · Werkwoorden Woordenlijst
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.