Italiaans/Introductie

Waarom Italiaans?[bewerken]

U wilt misschien Italiaans leren omdat u vaak naar Italië op vakantie gaat. Of u wilt het leren voor het plezier. Deze taal is zangeriger dan bijvoorbeeld Spaans. Wat ook de reden is waarom u Italiaans onder de knie wenst te krijgen, wij wensen u veel plezier met deze cursus.

Hoe werkt u met de cursus Italiaans?[bewerken]

De cursus is opgebouwd uit 20 lessen. Na elke les, behalve de eerste, volgt een toets waarmee u uw kennis kunt testen.

Elke les is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Onderwerp van de les: hier staat kort in wat u deze les gaat leren
Grammaticablokken: het belangrijkste uit de les. Hier staat in wat u van de grammatica moet kennen.
Woordenschat: woorden (gemiddeld 50 per les) die u moet kennen. Als u woorden niet (meer) weet, kunt u ze opzoeken in de Woordenlijst.
Oefeningen: deze kunt u gebruiken om te oefenen met de grammatica en de woorden, vanaf les 5 zit er ook een tekst in deze blokken.

Hoewel u de opgaven kunt maken met een tekstverwerker op uw pc, is schrijven met een pen aan te bevelen: zo krijgt u Italiaans letterlijk in de vingers.

U kunt de opgaven nakijken met de nakijkpagina, die bij elke les zit.
Behalve de cursus in 20 lessen bevat dit wikiboek Italiaans extra pagina's over diverse onderwerpen, te beginnen met Italiaans/Nuttige woorden.

Veel plezier met de cursus Italiaans!

Wat gaat u in deze cursus leren?[bewerken]

Vervoeging van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de meeste verleden tijden en de toekomstige tijd. Ook zal het passief behandeld worden, evenals de conjunctief en de gebiedende wijs
Kloklezen
Een basiswoordenschat van meer dan 500 woorden, zie de Woordenlijst
De bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden
De bezittelijke, onbepaalde, vragende en persoonlijke voornaamwoorden
Bijwoorden
Voorzetsels
Ontkenningen
Leesvaardigheid

Volgende vaardigheden dient u zelfstandig in te oefenen:

Luistervaardigheid
Spreekvaardigheid

Wat is leerstof voor toetsen?[bewerken]

1. De grammaticablokken (werkwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, enz.)

2. De woordenschat.

3. Het stappenplan 'teksten lezen' van les 7 (vanaf toets les 4 en 5)

LET OP: Ook moet u altijd de grammatica en de woordenschat uit voorgaande lessen blijven kennen!