Frans/Leçon 2

Uit Wikibooks

(leçon deux)

Voor de inhoudstafel, zie Frans/Inhoud Let op: Frans/Leçon 1 moet hiervoor goed gekend zijn...

Préambule (Inleiding)[bewerken]

Dit is de tweede les. In deze les maakt u kennis met het vervoegen van werkwoorden in het Frans (tegenwoordige tijd), Getallen, Kleuren, de Dagen van de Week, de Ontkenning en Samentrekkingen van lidwoorden.

Partie 1: Verbes (Werkwoorden)[bewerken]

Woordenschat[bewerken]

Werkwoorden[bewerken]

Woordenlijst 1
  • Regarder [regardee]: Kijken
  • Aimer [ijmee]: Houden van
  • Chercher [sjersjee]: Zoeken
  • Adorer [adoree]: Dol zijn op
  • Détester [deetestee]: Haten, een hekel hebben aan
  • Trouver [troevee]: Vinden
  • Compter [kõtee]: Tellen
  • Travailler [travajee]: Werken
  • Parler [parlee]: Praten, spreken
  • Habiter [abitee]: Wonen
  • Marcher [marsjee]: Lopen
  • Acheter [asjetee]: Kopen
  • Avoir [avwaar]: Hebben*
  • Être [ɛtre]: Zijn*
U kent nu 78 woorden, waarvan 14 nieuwe.

* = Onregelmatig werkwoord

Grammatica[bewerken]

Vervoegen[bewerken]

Regelmatige werkwoorden op -er[bewerken]

Het vervoegen van een regelmatig werkwoord op -er in de tegenwoordige tijd is niet moeilijk. De formule is [Stam] — er + [Uitgang]. Daarvoor moet je wel de uitgangen weten. In de tabel hieronder zijn de uitgangen van de werkwoorden op -er vetgedrukt.

Regarder Kijken en leren.
Je regarde Ik kijk
Tu regardes Jij kijkt
Il/Elle/On regarde Hij/Zij/Men kijkt
Nous regardons Wij kijken
Vous regardez U kijkt, Jullie kijken
Ils/Elles regardent Zij kijken

De formule is in dit geval dus: Regarder — er (= Regard) + ons = (Nous) Regardons.

Onregelmatige werkwoorden[bewerken]

Om te beginnen leren wij u de werkwoorden Être (Zijn) en Avoir (Hebben). Omdat onregelmatige werkwoorden geen vaste formule hebben, moet u ze een voor een leren.

Être Zijn
Je suis Ik ben
Tu es Jij bent
Il/Elle/On est Hij/Zij/Men is
Nous sommes Wij zijn
Vous êtes U bent, Jullie zijn
Ils/Elles sont Zij zijn


Avoir Hebben
J'ai Ik heb
Tu as Jij hebt
Il/Elle/On a Hij/Zij/Men heeft
Nous avons Wij hebben
Vous avez U heeft, Jullie hebben
Ils/Elles ont Zij hebben

Woordenschat[bewerken]

Herhaling[bewerken]

Woordenlijst 1
  • Je [zje]: Ik
  • Tu [tu]: Jij, Je
  • Il m, [il]: Hij
  • Elle v, [el]: Zij
  • On [õ]: Men
  • Nous mv, [noe]: Wij
  • Vous [voe]: U, Jullie
  • Ils m, mv, [il]: Zij
  • Elles v, mv, [el]: Zij
U kent nu 78 woorden, waarvan 0 nieuwe.

Partie 2: Compter, les couleurs et les jours de la semaine (Tellen, kleuren en de dagen van de week)[bewerken]

Woordenschat[bewerken]

Cijfers[bewerken]

Woordenlijst 1
  • Zéro [zeero]: 0
  • Un [œn]: 1
  • Deux [deu]: 2
  • Trois [trwa]: 3
  • Quatre [katre]: 4
  • Cinq [sijnk]: 5
  • Six [sies]: 6
  • Sept [set]: 7
  • Huit [wit]: 8
  • Neuf [nœf]: 9
  • Dix [dies]: 10
  • Onze [onze]: 11
  • Douze [doeze]: 12
  • Treize [trijze]: 13
  • Quatorze [katorze]: 14
  • Quinze [kijnze]: 15
  • Seize [sijze]: 16
  • Dix-Sept [diesset]: 17
  • Dix-Huit [diezwit]: 18
  • Dix-Neuf [dieznœf]: 19
  • Vingt [vijnt]: 20
U kent nu 98 woorden, waarvan 20 nieuwe.

Kleuren[bewerken]

Woordenlijst 1
  • Rouge [roeʒ]: Rood
  • Bleu [bleu]: Blauw
  • Jaune [ʒoon]: Geel
  • Vert [ver]: Groen
  • Noir [nwaar]: Zwart
  • Blanc [blan]: Wit
  • Orange [oranʒ]: Oranje
  • Rose [roze]: Roze
  • Violet [violɛ]: Paars
  • Marron [marron]: Bruin
  • Gris [gri]: Grijs
U kent nu 109 woorden, waarvan 11 nieuwe.

Dagen van de Week[bewerken]

Woordenlijst 1
  • Lundi [lundi]: Maandag
  • Mardi [mardi]: Dinsdag
  • Mercredi [merkredi]: Woensdag
  • Jeudi [ʒeudi]: Donderdag
  • Vendredi [vãndredi]: Vrijdag
  • Samedi [samdi]: Zaterdag
  • Dimanche [dimãnsj]: Zondag
U kent nu 116 woorden, waarvan 7 nieuwe.

Partie 3: Dénégation (Ontkenning)[bewerken]

De Ontkenning is in het Frans een "Negatieve zin". Het is een zin waarin wordt gezegd dat iets niet zo is.
Bijvoorbeeld: Het is niet erg. → Ce n'est pas grave.
Als je een zin ontkennend wilt maken, dan gebruik je de formule ne [persoonsvorm] pas.
Ne komt voor de persoonsvorm en pas komt erachter.
In de voorbeeldzin Ce n'est pas grave. (Het is niet erg) is est (is) de persoonsvorm. De positieve vorm van de zin is C'est grave. (Het is erg.). Doordat C'est een klinkerbotsing is van Ce (het) en est (is) worden ze van elkaar gescheiden wanneer de zin negatief wordt. Als de persoonsvorm met een klinker begint, dan verandert ne in n'.

Partie 4: Contractions (Samentrekkingen)[bewerken]

In het Frans zijn er samentrekkingen van de + [lidwoord] en à + [lidwoord]. Zo mag je dus bijvoorbeeld niet zeggen: Je vais à le collège. Dit wordt: Je vais au collège.

de + le = du (van + de/het, m)
de + les = des (van + de, mv)
de + la = de la (van + de/het, v)
de + l' = de l' (van + de/het)

à + le = au (naar/in + de/het, m)
à + les = aux (naar/in + de, mv)
à + la = à la (naar/in + de/het, v)
à + l' = à l' (naar/in + de/het)

Partie 5: Exercices (Oefeningen)[bewerken]

Exercice 1
Vul de juiste vervoeging in:
Tu (adorer) __________ le français? (Ben jij dol op Frans?)
Il (compter) __________ à dix-huit. (Hij telt tot 18.)
Vous (être) __________ très sympa! (U bent erg aardig!)
Elles (acheter) __________ une robe. (Zij kopen een jurk.)
Nous (avoir) __________ un CD. (Wij hebben een CD)

Exercice 2
Maak de zinnen ontkennend:
Aujourd'hui c'est le vendredi. → ____________________________. (Het is vandaag geen vrijdag.)
Ils sont au quartier? → ____________________________? (Zijn ze niet in de buurt?)
J'ai beaucoup de chaussettes! → ____________________________! (Ik heb niet veel sokken.)

Partie 6: Outils (Gereedschap)[bewerken]

Dit deel vind je bij elke les.

Cursus Frans: (Frans, fr)

Inhoudstafel - Auteurs 1 (o-f-n-v-u-un-uv) | 2 (o-f-n-v-u-un-uv) | 3 (o-f-n-v-u-un-uv)
Legenda | o = oplossingen van de oefeningen | f = Franse woordenlijst | n = Nederlandse woordenlijst | v = Nederlandse woordenlijst met vertaling | u = Franse uitdrukkingenlijst | un = Nederlandse uitdrukkingenlijst | uv = Nederlandse uitdrukkingenlijst met vertaling

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.